zondag 8 maart 2009

Bekwaamheidseisen versus zij-instromers

In de wet BIO staat beschreven aan welke bekwaamheidseisen een leraar moet voldoen. Er zijn 7 kerncompetenties waaronder vakinhoudelijke en didactische competentie (de leraar moet een GRONDIGE theoretische en praktische kennis hebben en problemen kunnen oplossen o.h.g.v. de leerling, het leerproces en de inhoud). Perssonlijk ben ik het eens met deze bekwaamheidseisen, maar hoe verhouden deze (door OCW) opgestelde eisen zich tot ander beleid?

  1. OCW gaat nl. NIET over de inhoud en eindtermen van de PABO's. In het algemeen overleg op 04-12-2009 over passend onderwijs, zegt mevrouw Ferrier van het CDA dat zij het belangrijk vindt dat de pabo's meer aandacht zouden moeten besteden aan het vergroten van de kennis o.h.g.v. de zorgleerlingen en het kunnen bieden van maatwerk. S. Dijksma geeft daarop het volgende antwoord: De positie van het ministerie van Onderwijs t.o.v. de pabo's is niet dusdanig dat wij bepalen hoe zij de opleiding vormgeven. Men moet begrijpen dat wij de vragende partij zijn."In Amsterdam start nu het traject "opleiden in de school", omdat de pabo niet voldoet (goede onderwijzers worden uit de klas gehaald om studenten te begeleiden).
  2. Het traject zij-instroom richt zich op personen die geen onderwijsbevoegdheid bezitten, maar wel geschikt worden geacht voor het beroep van leraar. Wanneer iemand in het bezit is van een getuigschrift HO of WO kan een assessment worden aangevraagd. Hier wordt gekeken naar bredere bekwaamheidseisen (dus niet in relatie tot kerncompetenties omschreven in de wet BIO). Vanaf de 1e dag na het behalen van het assessment staat de zij-instromer voor de klas als volwaardig en zelfstandig werknemer. Via een Persoonlijk begeledings plan wordt er gewerkt aan scholing op maat.
  3. Een leraar is slechts uitvoerder geworden van beleid dat door anderen is bedacht. Er is een middenkader in het onderwijs ontstaan, die niets anders te doen heeft dan beleid (bedacht door OCW en altijd met te weinig geld) door te voeren in de scholen. HBO geschoolde mensen willen niet slechts uitvoeren, maar meedenken over de inhoud en kwaliteit van het onderwijs. Hierdoor gaan steeds minder leerlingen met een HAVO/VWO diploma naar de pabo's.
Wij willen kleinere klassen (rond de 20). Maar het weinige zorggeld dat naar het basisonderwijs gaat, wordt vooral ingezet op het vergroten van de expertise, omdat er te veel slecht- en laag opgeleide mensen het onderwijs binnenkomen. Dit heet "dweilen met de kraan open".