vrijdag 22 februari 2008

Alle pijlen wijzen naar de school


Dit pijlenoverzicht probeert een beeld te geven hoeveel geld er blijft hangen tussen OCW en het kind in de klas (middenkader), hoeveel mensen iets “willen” van die onderwijzer, met hoeveel regelingen zij te maken hebben en hoe weinig er naar deze mensen wordt geluisterd. Fouten of aanvullingen op dit pijlenschema graag melden op de blog.

Wanneer de doelen (OCW) op de werkvloer niet worden gehaald, wordt het tussenkader uitgebreid. Wij zeggen “weg met het middenkader” geld naar de werkvloer.

Minimaal net zo ernstig, zo niet nog veel ernstiger, is dat ik in de afgelopen periode er niet in ben geslaagd om enig inzicht te verkrijgen in de financiële beslaglegging die al deze organisaties op de begroting maken.

Zo heb ik gesproken met de wethouder van Amsterdam oud west, het bestuur van onze school, Liesbeth Verheggen van de Aob, de coördinator van het samenwerkingsverband, de Heer Dingelstad van OC&W en Sharon Dijksma.

Ik vind het eigenlijk triest dat er in de afgelopen jaren nooit écht is geluisterd naar de leerkrachten. Of zoals we in die lagen van de organisatie denigrerend 'het veld' worden genoemd. Leerkrachten geven al jaren aan dat er geen geld naar de scholen gaat.
Als je bovenstaand pijlenoverzicht ziet, snap je waar het geld blijft.

Het schema is als volgt opgebouwd :

1-WHO
Wij hebben op de werkvloer last van verschillende maatregelen die voortkomen uit de Wet op het Hoger onderwijs (WHO). Verschillende maatregelen in deze wet zorgen ervoor dat er minder goed opgeleide mensen in het onderwijs kunnen/komen werken (overigens niets ten nadele van eventuele nieuwe collega’s)

2-WOT
De Wet op het Onderwijs Toezicht (WOT) houdt geen rekening met de regelgeving die vanuit OCW de scholen binnenkomt. Door de afschaffing van de 1 oktobermaatregel doubleren meer kinderen (in werkelijkheid is dat niet zo. Tegenwoordig heet 3 jaar “kleuteren”, doubleren). De inspectie beoordeelt deze doublure negatief.
De kwaliteit van het onderwijs wordt o.a. beoordeeld door het CITO eindcijfer. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de WSNS kinderen (vroegere SBO kinderen).
De inspectie beoordeelt de zorg op school (interne begeleiding), maar de functie levert geen uitbreiding van formatie op. De IB gaat feitelijk ten koste van de klassengrootte.

3-WPO
Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Hieronder valt het reguliere onderwijs en de SBO scholen (het vroegere LOM en MLK). Hierin is ook de geldverslindende WSNS regel ondergebracht.

4-WEC
Wet op de Expertise Centra (WEC). Hieronder valt het SO (REC 1,2,3,4 en de rugzak).
Hieronder vallen ook de adviserende ambulante begeleiders waar we, door de gedwongen winkelnering, onze ondersteuning (meestal in de vorm van veel overleg) voor een deel vandaan moeten halen.

5-LUMPSUM
De LUMPSUM financiering. Niet de scholen hebben zeggenschap over dit geld, maar de besturen. Door de invoering van de LUMPSUM zijn wij er als school financieel op achteruit gegaan. De compensatie regeling (de Rijksmiddelen) zijn bovenschools ingezet en de stadsdeel middelen zijn minder geworden. In de LUMPSUM wordt 2% BAPO betaald, terwijl er 5% betaald moet worden. Onze school alleen al levert volgend jaar 30.000 euro aan formatie in om de BAPO te kunnen betalen. Hebben "ze" straks genoeg draagvlak om de BAPO af te kunnen schaffen.

6-In Nederland wordt 5% van ons BBP besteed aan onderwijs. Bij de ons omringende landen is dat 6 á 7%. Het OESO gemiddelde ligt op 6 %.

7-Alle pijlen wijzen naar de leerkracht. Wanneer ze een kind met een rugzakje in de klas hebben is er (naast 4 keer een half uur begeleiding in de week voor het kind) geen enkele ondersteuning. Wel gaat er bijna net zoveel geld uit het rugzakje naar de reguliere school als naar de ambulante begeleiding. REC 4 (volledig) en REC 2 (gedeeltelijk) hebben zelf besloten niet met kinderen te werken. Toch moet het SO gedeelte uit de rugzak bij het SO worden afgenomen. De zogenaamde verplichte winkelnering.



Kernprocedure

Hoewel ik in de Volkskrant nog nooit één kloppend stuk over het onderwijs ben tegengekomen wil ik toch graag reageren op het stuk "basisscholieren in Amsterdam snel onderschat" d.d. dinsdag 19 februari 2008. Hierin schrijft Robin Gerrits zonder enig verstand van zaken "kinderen die achterlopen, worden in Amsterdam stelselmatig door hun leerkracht onderschat" Dit is een pertinente leugen. Net als de insinuatie dat Amsterdamse scholen kinderen niet aan de CITO eindtoets laten meedoen, om de score van hun school te beïnvloeden.
Hieronder de feiten (schuingedrukt is uit de gids van de kernprocedure)

De Amsterdamse schoolbesturen en de gemeente Amsterdam hebben vastgesteld dat de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs van groot belang is voor de verdere schoolcarrière van de leerlingen. Daarom hebben zij afspraken gemaakt over het proces van aanmelding en inschrijving op een school voor voortgezet onderwijs. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde ‘kernprocedure’. De afspraken van de kernprocedure gelden voor alle leerlingen die een basisschooladvies hebben voor één van deze onderwijssoorten. VWO/HAVO/VMBO/praktijkonderwijs

Deze kernprocedure verplicht alle Amsterdamse basischolen tot:

  1. Afgesproken is dat bij alle leerlingen met een beoogd advies voor een van de volgende onderwijssoorten
    de leervorderingen worden onderzocht:
    Het LAT (leerachterstanden toets)
    ■ praktijkonderwijs
    ■ een vorm van vmbo + lwoo
    ■ vmbo-basis
    ■ vmbo-basis/kader
    ■ vmbo-kader
  2. Leerlingen met een leerachterstand op de LAT van meer dan 1,5 jaar op twee van de vier onderzochte leerdomeinen (technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, spelling) waarbij tenminste één van deze twee inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen moet zijn, komen mogelijk in aanmerking voor praktijkonderwijs of lwoo. Om dit te beoordelen wordt bij deze leerlingen in de periode oktober - december 2007 een capaciteitenonderzoek (IQ onderzoek) afgenomen door ATLAS. De uitslag van het capaciteitenonderzoek kan in combinatie met de vastgestelde leerachterstand voldoende zijn voor een verwijzing naar praktijkonderwijs of lwoo. Dat is afhankelijk van het IQ. Een IQ lager dan 90 = leerwegondersteuning, een IQ lager dan 80 = praktijkonderwijs. Hier hebben leerkrachten dus helemaal niets over te zeggen. Wanneer kinderen in Amsterdam meedoen aan het capaciteitenonderzoek telt de mening van de leerkracht niet meer mee. (Hier hebben wij al onze zorgen, middels een brief, al over uitgesproken, helaas hebben we daar geen antwoord op gekregen.
  3. De meeste leerlingen nemen deel aan de cito-eindtoets. Dit schooljaar wordt deze toets afgenomen op 12, 13 en 14 februari 2008. Leerlingen met een advies voor praktijkonderwijs of een vorm van vmbo met lwoo hoeven hieraan niet mee te doen, omdat de cito-score geen betrouwbare informatie geeft over hun leerprestaties vanwege een leerachterstand.

Wanneer gaat de Volkskrant eens eerlijke informatie geven aan hun lezers? Voor mij is de Volkskrant eerder een spreekbuis van de politiek. Op welke andere gebieden krijg ik nog meer halve waarheden te lezen van de Volkskrant?

MANAGER GRAP

Een herder hoedt zijn kudde schapen op een ver en verlaten veld als hij een splinternieuwe BMW 645 cabrio in een stofwolk ziet naderen. De bestuurder, een man elegant gekleed in een pak van Versace, schoenen van Gucci, een bril van Ray Ban en een stropdas van Yves Saint Laurent, stopt en leunt uit het raam.

'Als ik jou precies vertel hoeveel schapen jij hebt, krijg ik er dan eentje van je?', vraagt hij aan de herder. De herder kijkt de yup aan en zegt: 'Oké, waarom niet'.

De yup trekt onmiddellijk zijn laptop van Dell op schoot en verbindt deze via bluetooth met zijn mobieltje van KPN .Hij maakt een gprs verbinding met internet, surft naar een website van NASA en selecteert een navigatie systeem om zijn exacte positie te bepalen. Hij stuurt vervolgens de data naar een andere satelliet van NASA, die het hele gebied scant en hem een ultra scherpe foto stuurt. De yup opent Adobe Photoshop en stuurt de foto naar een laboratorium in Hamburg dat hem na enkele seconden een E-mail stuurt op zijn Palm Pilot met de bevestiging dat de foto is bewerkt en opgeslagen. Via een ODBC connectie maakt hij verbinding met een MS-SQL database en in een spreadsheet van Excel met honderden ingewikkelde formules laadt hij alle data via de E-mail van zijn Blackberry. Na enkele minuten genereert het programma een antwoord van 150 pagina’s in kleur en de yup drukt deze af op zijn mini HP laserjet.

Hij kijkt de herder aan en zegt: 'Je hebt exact 1586 schapen'. 'Dat klopt', zegt de herder, 'Je mag dus een schaap uitzoeken'. De yup stapt uit, zoekt een dier uit en doet hem in zijn achterbak.

Dan zegt de herder: 'Hé, als ik jouw beroep raad, geef je dan mijn dier terug?' De yup denkt even na en zegt: 'Oké, waarom niet?' De herder zegt:' Jij bent een manager'. 'Ongelooflijk', zegt de yup, 'Hoe weet je dat'. 'Dat is niet zo moeilijk', zegt de herder, 'Je verschijnt terwijl niemand daarom gevraagd heeft, je stelt een vraag waarop niemand zit te wachten en je wilt betaald worden voor een antwoord dat ik al weet..... Bovendien begrijp je geen flikker van mijn werk, dus geef mijn hond terug'

monddood

Al enige tijd hebben wij niets van ons laten horen. Dat komt omdat Maud en ik druk bezig zijn met actie voeren. In december hebben wij een gesprek gehad met Sharon Dijksma en de ambtenaar Fons Dingelstad. Fons Dingelstad is belast met de invoering van het passende onderwijs. Volgens Fons Dingelstad gaat er voldoende geld naar de scholen. Volgens OCW geven zij geld voor 21 kinderen in de groepen 1 t/m 4 en 27,4 kinderen in de groepen 5 t/m 8.
Onze klassen zitten voller hoe kan dat?

Hieruit is een vergadering voortgekomen met ons bestuur, Fons Dingelstad, Liesbeth Verheggen van de Aob, Yvonne Lammers wethouder onderwijs Amsterdam Oud-West, Meint Helder coördinator van het samenwerkingsverband, onze directie en wij. Wij hoopten inzicht te krijgen in de geldstromen.

Ons bestuur voelde zich op het matje geroepen door OCW en daarom werden wij op het matje geroepen door het bestuur. In mooie woorden werd/wordt ons door het bestuur (in een gesprek gezegd en in een brief geschreven) dat wij de organisatie schaden door onze manier van actie voeren. Wij stellen, volgens hen, niet alleen het stedelijk en WSNS beleid, maar ook het beleid van onze eigen school, bestuur en (daar komt ie) werkgever aan de kaak. Ons bestuur vindt dat leerkrachten voldoende inspraakmogelijkheden hebben. Namelijk via 1 leerkracht in de (G)MR, via de directie of via je bond.

Ook schrijft het bestuur dat zij met ons het gesprek zijn aangegaan omdat ze onze betrokkenheid waarderen. Dat zie ik anders. Ze zijn m.i. met ons het gesprek aangegaan omdat dat in de vergadering met Fons Dingelstad is besproken. En aangezien we begin april 2008 weer in dezelfde zetting bij elkaar komen om te kijken welke stappen zijn genomen, denk ik dat ze vooral onder druk van Fons Dingelstad met ons in gesprek zijn gegaan.
U hoort nog van ons.

Maud en June